headerimage

Diabetes en voeding

Wat is diabetes?

Diabetes mellitus type 1 krijg je niet door snoepen, je kunt er zelf niets aan doen! Als je eet krijg je suiker (= glucose) in je bloed. Insuline zorgt ervoor dat de glucose die in het bloed zit in de cellen kan. Dat levert dan energie. Deze energie uit de voeding heb je nodig om te groeien, te denken, te lopen, te praten en nog veel meer.

Diabetes ontstaat door een tekort aan insuline. De alvleesklier die in je buik zit, maakt geen insuline meer. Doordat je geen insuline hebt, kunnen de cellen van je lichaam geen glucose binnenkrijgen. Je hebt dus gebrek aan energie.

Je hebt diabetes….en nu?

Vanaf nu heb je insuline nodig. Bloedglucose controleren, insuline spuiten, uitkijken wat je eet , hoeveel en wanneer je iets eet is vanaf nu belangrijk.

Kan je blijven eten wat je gewend was?

Er verandert weinig als je gewend was om gezond en regelmatig te eten. Het is vanaf nu belangrijk dat je weet hoeveel koolhydraten ergens inzitten. Koolhydraten is een verzamelnaam voor suikers. Ze worden in het maagdarmkanaal afgebroken tot glucose, glucose gaat via de dunne darm naar het bloed. Hierdoor stijgt het glucosegehalte van het bloed (bloedglucosespiegel). Vanuit het bloed moet de glucose naar de cel, want die heeft de glucose nodig voor energie. Glucose kan niet zelf vanuit het bloed in de cel, hiervoor is insuline nodig. Dit moet jij voortaan spuiten omdat er geen of te weinig insuline gemaakt wordt in je alvleesklier.

Koolhydraten zijn net als vetten nodig voor het leveren van energie aan het lichaam.

Er zijn verschillende koolhydraten:

  1. Zetmeel: brood, aardappelen, rijst, deegwaren, peulvruchten en bindmiddelen
  2. Lactose (oftewel melksuiker): melk, yoghurt, karnemelk, vla en pudding
  3. Fructose (oftewel vruchtensuiker): fruit, vruchtensap, appelmoeder, compote
  4. Sacharose (oftewel suiker): suikerklontje, limonade, koekjes, snoepjes, frisdrank, zoet beleg.

Het is belangrijk om de maaltijden over de dag te verdelen. Hoe je dit het beste kunt doen, zal de diëtist met je bespreken.

Wat mag je drinken?

Als je veel frisdrank of limonadesiroop drinkt, dan kun je frisdrank light of suikervrije limonadesiroop (Slimpie of Diaran) nemen. Je kunt deze dranken drinken zonder dat je bloedglucosewaarde oploopt. Je insuline hoeft dan niet aangepast te worden. Natuurlijk kun je ook gewone dranken met suiker drinken, maar in de praktijk blijkt dat bloedglucosewaarden moeilijker onder controle te krijgen zijn, ook al houd je hier rekening mee met insuline. Dus probeer er meteen een gewoonte van te maken om suikervrije dranken te gebruiken tussen de maaltijden in.

Maak dus gebruik van:

  • (vruchten) thee zonder suiker
  • Light- frisdrank
  • (mineraal-) water
  • Limonadesiroop zonder suiker
  • Bouillon

Mag je nog wel snoepen?

Natuurlijk mag je weleens snoepen. Een snoepje, een ijsje, een koekje en chips kun je zeker nog  eten. Let op wat, wanneer en hoeveel je snoept. Bedenk hoeveel koolhydraten daarin zitten en spuit er voldoende insuline bij. Het is niet nodig om ‘suikervrij snoep’ te nemen, omdat dit vaak toch koolhydraten bevat.

Bij de diëtist zal besproken worden wat gezond eten is. Verder zal nog uitgebreider gepraat worden (door de dokter, de diabetesverpleegkundige en de diëtist) over wat je doen moet met sporten, feestjes, vakantie en andere omstandigheden waar je vragen over hebt.

Mag je doorgaan met sporten?

Sporten is voor iedereen goed dus voor kinderen, jongeren en volwassenen met diabetes ook. Hoe meer, hoe beter! Beweging kan zorgen voor een daling van de bloedglucose. Door meer te bewegen  werkt de insuline beter. Het kan nodig zijn dat je bij het sporten iets extra’s eet dat koolhydraten bevat. Vaak is het mogelijk de hoeveelheid insuline aan te passen.

Wist je dat……de Nederlandse Norm Gezond Bewegen aangeeft hoeveel je eindelijk moet bewegen.

Om gezond te blijven is het goed om minimaal vijf dagen per week 60 minuten te bewegen (lopen, fietsen, buiten spelen,etc.)!  Daarnaast is het voor je coördinatie en je ontwikkeling ook  goed om 1-2 keer per week  te sporten. Zoek een sport die je leuk vindt en bij je past!

Wat doe je wanneer je bloedglucose te laag is?

Een te lage bloedglucose wordt ook wel een hypo genoemd. Of met een moeilijk woord een hypoglycaemie. Je merkt dit doordat je begint te zweten, honger krijgt,gaat trillen of moeite krijgt met concentreren. Wanneer dit gebeurt heb je glucose nodig. Bijvoorbeeld druivensuikertabletten of limonade van gewone limonadesiroop. Hierdoor stijgt de bloedglucose weer en verdwijnen de verschijnselen langzaam. Dus niet vergeten druivensuikertabletten bij je te hebben voor het geval je een hypo krijgt!  Kijk voor de kidz & ko afspraken bij het onderdeel ‘hypoglycemie’.

Wat moet je niet doen?

Je hoeft geen ‘suikervrije producten voor diabetici’ te kopen zoals: koek, snoep, ijs en chocolade. Deze zijn meestal erg vet, bevatten toch koolhydraten en zijn minder lekker.

Trek!

Extra trek komt in de eerste weken na het ontdekken van diabetes vaak voor. Misschien ben je een paar kilo afgevallen. Je lichaam moet weer herstellen en vraagt om extra eten. Zolang je meer trek hebt kun je gerust wat meer eten.

Honeymoonfase

Bij aanvang van je diabetes moet je vaak veel insuline spuiten. Na verloop van tijd kan de hoeveelheid verminderen omdat je lichaam zelf nog insuline maakt en omdat de insuline beter werkt. In deze periode is er vaak maar weinig insuline nodig en er zijn mooie bloedglucosewaarden. Bij sommige kinderen zien we dan ook geen invloed van eten/drinken of beweging op de bloedglucosewaarden. Deze fase duurt gewoonlijk 3-6 maanden, soms een jaar of langer. De diëtist zal je informatie geven over eten, drinken en diabetes.