headerimage

Insuline

Je lichaam heeft insuline nodig om de glucose uit het voedsel te kunnen gebruiken voor energie. Daarnaast heeft het lichaam continue behoefte aan een kleinere hoeveelheid insuline, de basale behoefte. De lever produceert altijd een beetje glucose. Daarom heb je gedurende de nacht ook insuline nodig, ook al eet je niet.

Normaal gesproken maakt de alvleesklier zoveel insuline als het lichaam nodig heeft; de hele dag door een klein beetje, en grotere hoeveelheden bij de maaltijden.

Als je Diabetes Type 1 hebt dan maakt je alvleesklier geen insuline meer aan en moet je dit zelf gaan toedienen. Dit moet meerdere keren per dag met een insulinepen of insulinepomp. Na diagnose start iedereen met insulinepentherapie, in overleg met het kinderdiabetesteam kan er informatie gegeven worden over de insulinepomptherapie met alle mogelijkheden daarbij.

 

Verschillende soorten insuline, de soort en frequentie van het gebruik wordt afgestemd met het behandelend kinderdiabetesteam.

In onderstaand schema zie je een overzicht van alle insuline verkrijgbaar in Nederland 2019. Bij vragen kan het behandelend kinderdiabetesteam toelichting geven op de werking van de insuline.

Kortwerkende insuline

  1. (Ultra)kortwerkende insuline-analogen
Handelsnaam Start werking Piekwerking

 

Werkingsduur

 

Apidra® 15 min 1.0 – 3.0 uur 2-5 uur
Humalog® 15 min 1.0 – 3.0 uur 2-5 uur
Novorapid® 15 min 1.0 – 3.0 uur 2-5 uur
Fiasp ® 10 min 1.0 – 3.0 uur 3-5 uur

 

Deze insulines kunnen direct voor de maaltijd gegeven worden. Wanneer je uit eten bent, de insuline pas gaan toedienen als het gerecht geserveerd wordt! Nieuwe inzichten geven aan dat je ook 15 minuten voor een maaltijd de insuline kunt geven om de glucosestijging na een maaltijd op te vangen of te beperken.

 

  1. Kortwerkende humane- insuline
Handelsnaam Start werking Piekwerking

 

Max. werkingsduur

 

Humuline Regular® 0.5-1 uur 1-4 uur 7-8 uur

 

Deze insulines hebben de voorkeur om 15 tot 20 minuten voor een maaltijd toegediend te worden. Dit om hogere glucosewaarden direct na de maaltijd te voorkomen.

 

Langwerkende insuline

  1. Langwerkende insuline-analogen
Handelsnaam Start werking Piekwerking

 

Werkingsduur

 

Lantus® 1-2 uur geen 24 uur
Levemir® 1-2 uur Bijna geen 20-22 uur
Tresiba® 1-2 uur geen > 24 uur
Abasaglar® 1-2 uur geen 24 uur
Toujeo vanaf 6 jaar 1-2 uur geen > 24 uur

 

Mengsel van kort- en middellangwerkende insuline (mix)

 

Handelsnaam Start werking

 

Max. werkingsduur

 

Ryzodeg 15 minuten > 24 uur
Novomix® * 15 minuten Max. 24 uur

 

Bron: Farmacotherapeutisch Kompas (januari 2020)

* Er bestaan verschillende samenstellingen bij mixinsuline. Hierover kan het behandelend team meer uitleg geven.

Eenheden

De hoeveelheid insuline wordt uitgedrukt in internationale eenheden (I.E.). Deze eenheden zijn internationaal gestandaardiseerd, in elk land ter wereld wordt met een eenheid dezelfde hoeveelheid insuline bedoeld. Hoeveel eenheden iemand nodig heeft is per individu afgestemd.

In overleg met je diabetes verpleegkundige kunnen we kiezen voor een geconcentreerde insuline. Dit is mogelijk bij de Humalog en de Tresiba

Houdbaarheid insuline

Gebruik insuline niet meer na de vervaldatum die staat vermeld op het patroonetiket en het kartonnen doosje. De vervaldatum verwijst naar de laatste dag van de maand.

Insuline die niet direct in gebruik is, moet in de koelkast bij 2-8 graden Celsius worden bewaard, bij voorkeur in de groentelade onder in de koelkast.

Insuline die in gebruik is of als reserve wordt meegenomen, hoeft niet in de koelkast bewaard te worden. Je kunt insuline bij kamertemperatuur 4 weken bewaren.

Een enkele insuline kan 6 weken buiten de koelkast bewaard blijven, de apotheek kan hier altijd antwoord op geven.

Adviezen voor bewaren van insuline.

Insuline moet worden beschermd tegen extreme hitte (>25º C) en licht, dit heeft gevolgen voor de werkzaamheid. De insuline wordt hierdoor minder werkzaam.
Wanneer de insuline bevroren is, verliest deze alle werking. Dit is alleen niet zichtbaar aan de insuline!

Tips:

  • Insuline niet tegen koelelementen bewaren op reis.
  • Bij extreme vorst de insuline niet in de schooltas meenemen bij fietsen naar school.
  • Let op: insuline niet in auto laten liggen bij vorst of hitte.