Bloedglucosewaarden controleren
Het belang van glucose meten in het bloed
De uitspraak “meten is weten” gaat zeker op voor kinderen met diabetes. Alle kinderen hebben een wisselende dagindeling met beweging en slapen, als kind ben je continu in ontwikkeling. Hierdoor kunnen de glucosewaarden meer schommelen dan bij bijvoorbeeld volwassenen. Door vaak te meten, weet je hoe het met de glucosewaarde in het bloed is en kun je hierop reageren. Het streven blijft naar een glucosewaarde tussen de 4 en 7 mmol om de kans op late complicaties te verkleinen. In het dagelijkse leven zullen er altijd schommelingen zijn, omdat er meerdere factoren bepalend zijn voor de glucosewaarden op dat moment. Bijvoorbeeld door verschillende activiteiten, maar kan ook gaan schommelen door stress.
Bloedglucosemeter
Er zijn diverse soorten bloedglucosemeters verkrijgbaar, in overleg met de diabetesverpleegkundige kun je zien welke meter het beste bij je past. In de handleiding van de meter staat welke mogelijkheden er zijn en hoe deze zijn te bedienen. Elke meter heeft een geheugen voor vele metingen, om optimaal voor je diabetes te zorgen is het belangrijk om inzicht in deze gegevens te krijgen. Dit kan door de bijbehorende software om de 2 tot 4 weken uit te lezen of je schrijft de glucosewaarden op in een glucosedagboekje. Je kunt hierdoor een trend ontdekken waar je altijd te laag of te hoog uitkomt met je glucosewaarde.
Wanneer je bijvoorbeeld voor elke lunch een hypo krijgt, dan kun je de insuline van de ochtend verminderen om herhaling van hypo’s te voorkomen.
Instructie voor zelfcontrole van bloedglucosewaarde
1. Was je handen met lauw water voor een betere doorbloeding en een schone huid. Droog daarna je handen goed af.
2. Leg de volgende spullen alvast klaar: glucosemeter, teststrip, prikpen, lancet, naaldencontainer, glucosedagboekje.
3. Plaats de lancet in de prikpen, stel de juiste diepte in en span deze.
4. Plaats de teststrip in de meter (controleer zo nodig de code)
5. Plaats de prikpen op de zijkant van de vingertop en druk op de ontspanknop. Je mag alle vingers gebruiken om te prikken zolang je afwisselt van prikplaats.*
6. Wacht totdat de druppel bloed voldoende groot is, plaats de druppel volgens metervoorschrift van de fabrikant op de teststrip.
7. Wacht totdat na het aftellen van de meter de glucosewaarde op de display verschijnt.
8. Schrijf de waarde in het glucosedagboekje.
9. Handel daarna volgens de afspraken van de kinderarts.
* Er bestaat een mogelijkheid om de glucosewaarde te controleren via het prikken in de hand/onderarm, hier gelden specifieke aandachtspunten bij. Dit gaat altijd in overleg met het team.
Aandachtspunten:
– Het is niet nodig om je vingers met alcohol te ontsmetten. Het infectiegevaar van een vingerprik is klein.
– Bij twijfel van een hoge glucosewaarde, handen goed wassen en opnieuw bepalen.
– Zorg dat je meter juist gecodeerd is, indien nodig.
– Bij het meten van de bloedglucose kan het voorkomen dat de meter HI aan geeft. HI staat voor High, en is de Engelse term voor hoog. Bij de meeste glucosemeters is dit hoger dan 33,3 mmol/l. Bij deze uitslag moet de glucose gecorrigeerd worden volgens afspraak met het behandelend team.
Richtlijn voor het glucose meten:
– Bij voorkeur dagelijks glucose meten:
Voor elke maaltijd en voor het slapen gaan en om drie uur ’s nachts, indien de lang werkende insuline is bijgesteld. Bij twijfel moet je ALTIJD tussendoor meten.