Diabetes en vakantie

De voorbereiding van een vakantie voor iemand met diabetes mellitus is niet heel anders. Elke vorm van vakantie is mogelijk, als je de juiste voorbereiding treft. Hieronder willen we een aantal adviezen en tips geven om goed op vakantie te gaan.
Ga de volgende zaken na:

Bij verre reizen:
Maak twee maanden voor vertrek een afspraak op het reizigersspreekuur van de GGD in verband met vaccinaties.

Meenemen in de handbagage

Verdeel twee diabetessetjes (glucosemeters, insuline, pennen, naaldjes, canules en dergelijke) over je handbagage.

Problemen die zich kunnen voordoen op reis en tijdens vakantie

Bij files of vertraging met het vliegtuig:

Braken:

Diarree:

Bij braken/diarree zie je vaak lagere glucosewaarden. Bij koorts/infectie vaak een stijging van de glucosewaarden. Zie informatie over ziek zijn.

Bewaren van insuline

De juiste temperatuur ligt tussen 2 en 8 graden Celsius.
Hoe doe je dat?

Bevroren insuline is bedorven! Je ziet er niets aan, maar de insuline doet ook niets!!

Laat de insuline niet in een warme auto liggen, zoals in het handschoenenkastje of de kofferbak. Insuline is ongeveer een maand houdbaar bij een temperatuur van 25 graden Celsius. In een warm klimaat een ampul na aanprikken, na 3 weken weg doen. Dit ook doen als de ampul nog niet leeg is.

Insulinepomp

Als je een insulinepomp hebt, kun je een vakantiepomp aanvragen die je als reservepomp mee kan nemen. Vraag bij je pompleverancier de voorwaarden aan. Laat de canule en slangen niet op een erg warme plaats of in de zon liggen. Het materiaal wordt namelijk zacht en verkleeft. Leg daarom altijd een reservecanule in de koelkast, zodat je er direct een kunt inbrengen wanneer dit nodig is. Bij onjuist gebruik van canule/slangen wordt de insulinetoediening niet gegarandeerd.

Als je een insulinepomp gebruikt dan willen we als advies geven om deze los te koppelen bij het stijgen en dalen van het vliegtuig. Verschil van luchtdruk kan luchtbellen veroorzaken in het systeem. Voor aansluiten van de pomp hierop controleren.

Eten op vakantie

Op vakantie eet je vaak wat meer en ook andere gerechten. Zeker als je naar het buitenland gaat, is het soms moeilijk in te schatten hoeveel gram koolhydraten in je eten zit. Controleer daarom regelmatig je glucosewaarden en regel zo nodig bij.

Zomerse temperaturen

Warm weer kan betekenen dat je wat vaker een hypo krijgt. Dat is vervelend. Als je daar last van hebt, dan kun je het beste tijdelijk de insulinedoseringen wat verlagen.

Buitenlandse glucosewaarden

Als je in het buitenland bij een arts komt of een andere glucosemeter gebruikt, moet je er alert op zijn dat de meeteenheid in mg/dl aangegeven kan worden. In Nederland gebruiken we mmol/l. Dit kun je aanpassen in de glucosemeter of je vraagt een omrekentabel aan je kinderdiabetesverpleegkundige.

Omrekenformule

aantal mmol/l x 18 = aantal aantal mg/dl

Tijdsverschillen


Als je naar het buitenland reist, kun je te maken krijgen met tijdsverschillen. Dit kan invloed hebben op de dosering van je insuline (langwerkende insuline), overleg met je kinderdiabetesverpleegkundige hoe je dit het beste aan kunt passen. Er kan een reisschema voor je gemaakt worden.

Kijk ook eens op: https://www.dvn.nl/leven-met-diabetes/reizen-met-diabetes.